• Gro·nin·ger
enkelvoud meervoud
naamwoord Groninger Groningers
verkleinwoord Groningertje Groningertjes

de Groningerm

  1. (demoniem) een inwoner van de provincie Groningen
  2. (demoniem) een inwoner van de hoofdstad van de provincie Groningen
  3. (demoniem) een inwoner van de gemeente in de provincie Groningen waarin de stad Groningen ligt