demoniem
inwoner Groninger
vrouwelijke inwoner Groningse
bijvoeglijk Gronings
  • Gro·nin·gen
  • De gemeente, de provincie en de plaats in Suriname zijn alle vernoemd naar de stad. De oorsprong van de naam Groningen zelf is onzeker. Er is wel een verband gelegd met de persoonsnaam Grôn, waaraan het achtervoegsel -ingi is gehecht. Volgens een minder waarschijnlijke verklaring is er een verband met groen [1].
enkelvoudbezitsvorm meervoud
naamwoord GroningenGroningens -
verkleinwoord -- -

Groningen o

  1. (toponiem) hoofdstad van de provincie Groningen
    Groningen (stad) op Wikipedia (nl);
    reisgids: Groningen (stad) op Wikivoyage (nl)
     Hoewel het bij mijn oudste dochter soms lastig was om een afspraak in haar drukke tieneragenda in te plannen, reden we samen naar Groningen om in mijn oude studentenhuis te logeren en zijn we bezig met een tour om in elke provincie een biefstuk te eten.[2]
  2. (toponiem: gemeente) gemeente in de provincie Groningen waarin de stad Groningen ligt
    Groningen (gemeente) op Wikipedia (nl)
  3. (toponiem: provincie) provincie in het noorden van Nederland, die door Friesland, Drenthe en het Duitse Oost-Friesland wordt begrensd
    Groningen (provincie) op Wikipedia (nl);
  4. (toponiem) hoofdplaats van het district Saramacca in Suriname
    Groningen (Suriname) op Wikipedia (nl)
  1. Groningen op website: Etymologiebank.nl
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  • IPA: /grɔnɪŋgɛn/
  • Leenwoord uit het Nederlands