kwart
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kwart
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘telwoord: vierde deel’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1]
- van Latijn quartus "vierde"
Hoofdtelwoord
kwart
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kwart | kwarten |
verkleinwoord | kwartje | kwartjes |
Zelfstandig naamwoord
- een vierde deel
- ▸ Wat een tocht! Na zeven weken lopen had ik nog niet eens een kwart van de hele trail afgelegd, maar ik was dolblij dat ik de hete woestijn eindelijk achter me kon laten.[2]
- (muziek) verkorting van het symbool "kwartnoot" (eenvierde van de tijd van een hele toon)
- (muziek) de vierde trap van een diatonische toonladder
- (muziek) een interval met een toonafstand zoals die van de eerste naar de vierde toon van een diatonische toonladder
- Veel blaasinstrumenten hebben voor een interval van een kwart een apart ventiel.
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- kwartanker, kwarteeuw, kwartfinalist, kwartnoot, kwartrond, kwartrust, kwartslag, kwarttoon, kwartviool
Verwante begrippen
- [3] prime, secunde, terts, kwint, sext, septime, (septiem), octaaf,
- [4] toonladder, akkoord, prime, secunde, terts, kwint, sext, septime, (septiem), octaaf, none, decime, undecime, duo-decime, terts-decime
Vertalingen
1. een vierde deel
Gangbaarheid
- Het woord kwart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "kwart" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "kwart" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be