• kwint
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vijfde toon’ voor het eerst aangetroffen in 1477 [1]
  • van Latijn quintus "vijfde"
enkelvoud meervoud
naamwoord kwint kwinten
verkleinwoord kwintje kwintjes

de kwintv

  1. (muziek) de vijfde trap van een diatonische toonladder
  2. (muziek) een interval met een toonafstand zoals die van de eerste naar de vijfde toon van een diatonische toonladder
65 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[2]