Falco tinnunculus Een valk [1]
 
Een valk [3]
  • valk
enkelvoud meervoud
naamwoord valk valken
verkleinwoord valkje valkjes

de valkv / m

  1. (valkachtigen) benaming voor roofvogels uit het geslacht Falco  , met lange spitse vleugels en een omlaag gebogen haakvormige snavel
      Het broeden gebeurd [sic!] door beide vogels afwisselend; het mooiste, wat daarbij te pas komt, is wel het ventileeren. Dan staat het [staartmeesje] in de lucht te klapwieken, eigenlijk te bidden als een klein valkje en dan maalt hij de warme lucht uit 't nest, zoodat het tiental jongen weer frisscher kan ademen.[4]
  2. v (valkerij) wijfjesvalk
    • Bij veel soorten is de valk groter dan de tersel. 
  3. (scheepvaart) middelgrote open zeilboot, een driemans wedstrijdklasse gebouwd in knikspant met vaste kiel
     De valk is een open zeilboot met een ruime kuip, geschikt voor 2 tot 5 personen. Deze universele boot is stabiel, heeft uitstekende zeileigenschappen en beschikt over een gaffeltuig. De valk wordt vaak ingezet voor zeillessen, maar is ook ideaal voor zeilers die naast zeilen ook gezelligheid willen. Een ideaal toerschip dus.[5]
  4. (militair), (geschiedenis) een klein soort kanon
      Deze nieuwe uit één stuk gegoten vuurmonden werden nu kanonnen of kartouwen genoemd, de langere [...] die te gelijker tijd de kleinere kalibers waren, slangen of koluvrijnen, de allerkleinste, die meestal looden kogels schoten en veel overeenkomst met de draagbare vuurwapens hadden, valken, falkonetten (faucons, fauconneaux).[6]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[7]