Nederlands

 
Een rotsvalk
Uitspraak
Woordafbreking
  • rots·valk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rotsvalk rotsvalken
verkleinwoord rotsvalkje rotsvalkjes

Zelfstandig naamwoord

de rotsvalkv / m

  1. (valkachtigen) Falco rupicolus  , een valkachtige roofvogel uit zuidelijk Afrika[1]
    • De rotsvalk wordt ook wel als ondersoort van de torenvalk beschouwd. 
Synoniemen
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Elffers, Hubertus; Viljoen, W.J.
    “Beknopt Nederlands woordeboek voor Zuid-Afrika” (1908), Juta