valkachtigen
- (IPA in voorbereiding)
- valk·ach·ti·gen
- valkachtige zn met de uitgang -n
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | valkachtigen | |
verkleinwoord |
de valkachtigen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord valkachtige
- meervoudsvorm als officiële benaming (vogels) orde Falconiformes met één familie Falconidae van roofvogels
- [2] vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
- [2] zie de categorie: Valkachtigen in het Nederlands
- [2] caracara's, kuifcaracara, slechtvalk
- Deze familie werd traditioneel beschouwd als een van de families in een orde roofvogels, maar is sinds 2008 in een afzonderlijke orde geplaatst.
- Het woord 'valkachtigen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.