valkenjacht
  • val·ken·jacht
enkelvoud meervoud
naamwoord valkenjacht valkenjachten
verkleinwoord

de valkenjachtv / m

  1. het jagen met behulp van een getrainde valk
     Ze heeft echter nooit goed leren rijden. Dat is waarschijnlijk maar beter ook, want tijdens de valkenjacht huilt ze al om de zielige konijntjes, en jagen is nog veel erger.[2]
     Het begint allemaal met de passie die gefortuneerde Arabieren nu eenmaal hebben voor de valkenjacht. Vooral het jagen op de zeldzame kraagtrap, een vliegende woestijnkalkoen, is het summum. Kraagtrappen zijn er niet meer zoveel maar uitgerekend in de afgelegen en door terrorisme gevaarlijke Iraakse woestijnprovincie Muthanna (600 kilometer noordelijk van Qatar) zouden nog vogels zitten.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Danielle Teller (vert. Marja Borg)
    “Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026346477
  3.   Weblink bron
    Bob van Huët
    “Hoe een valkenjacht en een ontvoering Qatar bijna een miljard kostte” (18-03-2018), Tubantia