fout
- fout
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gebrek, misslag’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
- [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | fout | fouter | foutst |
verbogen | foute | foutere | foutste |
partitief | fouts | fouters | - |
fout
- onjuist, incorrect, niet goed, foutief, verkeerd
- Het antwoord is fout.
- ▸ Ik ging er even voor zitten, ik was moe en had nog maar een halve fles water over, dit was geen moment om een foute beslissing te nemen.[3]
- ▸ Maar er moest ergens iets fout zijn gegaan, aangezien de hele gietvorm van de brugoverspanning in de slotfase was ingestort. Dat was het enige wat met zekerheid kon worden gezegd.[4]
- niet volgens de in een groep of land geldende normen of moraal;
- Hele foute muziek.
- aan de kant van de as-mogendheden in de Tweede Wereldoorlog
- Zijn vader was fout.
fout
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fout | fouten |
verkleinwoord | foutje | foutjes |
de fout v
- vergissing, onjuistheid
- Het is niet mijn fout dat het snel gaat regenen.
|
1. vergissing, onjuistheid
- Het woord fout staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fout" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "fout" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ fout op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be