werkwoordfout
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- werk·woord·fout
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van werkwoord zn en fout zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | werkwoordfout | werkwoordfouten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (taalkunde) een vergissing in het gebruik of de spelling van werkwoorden
- ▸ ‘Ik ben in mijn eindwerk eerst op zoek gegaan naar de oorzaak van werkwoordfouten’, vertelt Vercauteren.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord werkwoordfout staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Ivan Elegeert“Student vindt hulpmiddel uit: ‘Werkwoordenwiel om nooit meer dt-fouten te maken’” (10/12/2020), De Standaard