• werk·woords·fout
enkelvoud meervoud
naamwoord werkwoordsfout werkwoordsfouten
verkleinwoord

de werkwoordsfoutv / m

  1. (taalkunde) een vergissing in het gebruik of de spelling van werkwoorden
     Maar liefst 81 procent van de studenten omschreef zichzelf als een gemiddelde tot zeer goede speller, en 50 procent gaf aan weinig of geen problemen te hebben met het juist vervoegen van de werkwoorden. Nochtans maakten ze gemiddeld 25 spelfouten, waaronder 5 werkwoordsfouten, in het dictee dat 12 paragrafen telde.[1]
  1.   Weblink bron
    hrt
    “Studenten kunnen niet spellen (maar denken zelf van wel)” (16/12/2008), De Standaard