vergissing
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vergissing (hulp, bestand)
- IPA: / vərˈɣɪsɪŋ / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /vər.ˈχɪ.sɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant): /vər.ˈɣɪ.sɪŋ/
- (Limburg): /vɛr.ˈɣɪ.sɪŋ(g)/
Woordafbreking
- ver·gis·sing
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vergissing | vergissingen |
verkleinwoord | vergissinkje | vergissinkjes |
Zelfstandig naamwoord
de vergissing v
- iets doen dat niet juist is, of een verkeerde conclusie trekken
- Een vergissing begaan.
- Ik sloeg bij vergissing linksaf in plaats van naar rechts te gaan.
- iets doen dat slecht afloopt of ongelukkige gevolgen heeft
- Op vakantie gaan naar Irak bleek een vergissing.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. iets doen dat niet juist is, of een verkeerde conclusie trekken
Gangbaarheid
- Het woord vergissing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vergissing" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
vergissing
Veluws
Zelfstandig naamwoord
vergissing