• fa·brieks·fout
enkelvoud meervoud
naamwoord fabrieksfout fabrieksfouten
verkleinwoord fabrieksfoutje fabrieksfoutjes

de fabrieksfoutv / m

  1. product dat niet goed gemaakt is
     Alle elektrische Chevrolets wereldwijd teruggeroepen om gevaarlijke accu: door een fabrieksfout in de accu kan er brand ontstaan. De terugroepactie beslaat nu ruim 140.000 auto's. Het vervangen daarvan is een kostbare zaak; er is zo'n anderhalf miljard mee gemoeid.[2]
     Inmiddels dragen 1423 patiënten de pacemaker van fabrikant Abbott, maar bij zeventig tot tachtig mensen doet de batterij het door een fabrieksfout na ongeveer twee jaar niet meer, terwijl hij acht tot tien jaar moet meegaan. Ook verloren enkele Nanostims een klein dopje na de implantatie. Sinds 2016 liggen de implantaties stil.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Ander nieuws uit de nacht:” (Zaterdag 21 augustus 2021, 07:21), NOS
  3.   Weblink bron “'Slecht toezicht op medische implantaten brengt mensenlevens in gevaar'” (Zondag 25 november 2018, 18:44), NOS