Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • grond·fout
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grondfout grondfouten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de grondfoutv / m

  1. een principiële fout die de oorzaak is van veel vervolgfouten
     "Daar is een grondfout gemaakt. Een secretaris-generaal behoort net als elke ambtenaar onpartijdig zijn werk te doen. Ik vind een politieke benoeming van Pieter Cloo slecht. Dat blokkeert iets in het contact tussen de secretaris-generaal en de minister. Een ambtenaar is er niet om de minister uit de wind te houden. Dat deugt niet.”[1]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Chris Ostendorf
    “Topambtenaar: machthebber of zondebok?” (Dinsdag 7 juni 2016, 13:19), NOS