ras
- ras
- [A] van Frans race, in de betekenis van ‘geslacht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1665 [1] [2] [3]
- [B] van Middelnederlands rasch bn verwant aan Oudnederlands rath "snel" uit Germaans *rasku-, vergelijk Duits rasch, Engels rash 'snel, overhaast' [4] [5] [6] [7]
- [C] van Frans ras dat ofwel teruggaat op Latijn rāsus ww "geschoren" ofwel verwijst naar de Noordfranse stad Arras "Atrecht" [8] [9]
- [D] van Amhaars ራስ (ras) "hoofd" in de betekenis van ‘prins' in 1934 in een verwijzing naar de schoonzoon van de Negus van Ethiopië, Ras Koeksa, zie vindplaats hieronder. [10]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ras | rassen |
verkleinwoord | rasje | rasjes |
[A] het ras o
- (biologie) groep van dieren of planten die door menselijke veredelingstechnieken op gewenste eigenschappen geselecteerd en aangepast zijn, soms ook 'ondersoort'
- (verouderd) afkomst, geslacht
- (antropologie) een vermeende hoofdgroep van mensen die op basis van uiterlijke (fenotypische) en innerlijk-geestelijke eigenschappen, en geografische verspreiding ingedeeld worden, in navolging van de Duitse antropoloog Johann Friedrich Blumenbach[11], bestaande uit het Kaukasische of blanke ras, het Mongoolse of gele ras, het Maleisische of bruine ras, het Ethiopische of zwarte ras, en het Amerikaanse of rode ras.
|
[B] ras
- snel, in hoog tempo
- Met rasse schreden beende hij de kamer uit.
- Het woord ras staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ras" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[13] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ ras op website: Etymologiebank.nl
- 1 2 "ras" in: Sijs, N. van derChronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3; p. 1056
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ ras op website: Etymologiebank.nl
- ↑ ras op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ ras op website: Etymologiebank.nl
- ↑ ras op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Johann Friedrich Blumenbach, De generis humanis varietate nativa. Göttingen: 1795 (oorspr. dissertatie 1775)
- ↑
Weblink bron in: "Algemeen Handelsblad, Amsterdam (29-12-1934), p. 71.
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
ras
- ras; groep waarin mensen, dieren of planten op basis van bepaalde eigenschappen worden verdeeld: het gele ras, het zwarte ras, het blanke ras
- ras
[A] ras
- geschoren, kort geknipt
- glad (geschoren) (ook van landschap, bodem, e.d.)
- gladgekeperd (van stoffen e.d.)
- (figuurlijk) heel kort (aan de grond, van maat e.d.)
- (figuurlijk) tot aan de rand gevuld (van meel, graan e.d.)
[B] ras m
- (textielindustrie) (textiel) gladgekeperde stof
[C] ras m
- (verouderd) Ethiopische titel, prins
- ↑
Weblink bron ras in: Dictionnaire de l’Académie française, 9e édition op dictionnaire-academie.fr
- ↑
Weblink bron ras II in: Dictionnaire de l’Académie française, 9e édition op dictionnaire-academie.fr
- ↑
Weblink bron ras III in: Dictionnaire de l’Académie française, 9e édition op dictionnaire-academie.fr
- ↑
Weblink bron raz in: Dictionnaire de l’Académie française, 9e édition op dictionnaire-academie.fr
- IPA: /ras/
- ras
- Zie Wikipedia voor meer informatie.