antropologie
- an·tro·po·lo·gie
- In de betekenis van ‘natuurkennis van de mens’ voor het eerst aangetroffen in 1734 [1]
- met het voorvoegsel antropo- met het achtervoegsel -logie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | antropologie | - |
verkleinwoord | - | - |
de antropologie v
- (wetenschap) de wetenschap van de mens en het menselijk gedrag
1.
- Het woord antropologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "antropologie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "antropologie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ antropologie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /antrɔpɔlɔgɪjɛ/
- an·tro·po·lo·gie
- Afgeleid van het zelfstandig naamwoord antropolog.
antropologie v