kok
![]() |
- kok
de kok m
- (kookkunst) iemand die voedsel bereidt tot een maaltijd
- (beroep) iemand die het bereiden van maaltijden als beroep heeft
- ▸ In de Nederlandse culinaire wereld wordt geschokt gereageerd op het onverwachtse overlijden van topchef Jonnie Boer, op 60-jarige leeftijd. Veel jonge koks met wie hij werkte, hebben nu hun eigen bekende restaurants. Voor hen was hij een grote inspiratie.[2]
- [1] kokkin v, koken, kokkerellen, kokkeren
|
vervoeging van |
---|
kokken |
kok
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kokken
- Ik kok.
- gebiedende wijs van kokken
- Kok!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kokken
- Kok je?
- "kok" is een palindroom
- Het woord kok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kok" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- 1 2 "kok" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Weblink bron “Topchefs geschokt door dood Jonnie Boer: 'Hij leerde mij alles'” (23 april 2025), NOS
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /koːk/
- kok
kok
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd gebiedende wijs bedrijvende vorm van koken
- "kok" is een palindroom
- kok
Naar frequentie | 19314 |
---|
- bringe i kok
aan de kook brengen
- kok
- IPA: /kɔk/
- kok
- [1] Afgeleid van het Latijnse coccus
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (1) (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (2) (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)