klomp
- klomp
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klomp | klompen |
verkleinwoord | klompje | klompjes |
de klomp m
- (schoeisel) schoeisel van hout, eventueel in combinatie met leer
- In het buitenland is het beeld van een Nederlander op klompen nog niet helemaal verdwenen.
- een vrij vormeloze hoeveelheid materiaal
- Hij deed er een klompje boter op.
- (hockey), (schoeisel) van hard materiaal vervaardigd, beschermend schoeisel gedragen door doelverdedigers
- aardklomp, goudklomp, ijsklomp, mengelklomp, puinklomp, schoenklomp, steenklomp, tripklomp, vleesklomp, warklomp
- Een boer op klompen
Iemand die lomp, onbeschoft e.d. is
- Het op zijn/haar klompen (kunnen) aanvoelen
Van tevoren weet van iets (kunnen) hebben, er een voorgevoel van (kunnen) krijgen
- Nu breekt mijn klomp!
Ik ben stomverbaasd/verbijsterd, ik sta nu verstomd te kijken
- Zijn klompen wegbrengen
Naar huis gaan
- Zijn klompen wegzetten
(eufemisme) Sterven
1. schoeisel van hout, eventueel in combinatie met leer
2. een vrij vormeloze hoeveelheid materiaal
4. Nu breekt mijn klomp.
5. (eufemisme) Zijn klompen wegzetten.
|
- Het woord klomp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klomp" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "klomp" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ klomp op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be