Klomplaarzen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klomp·laars
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord klomplaars klomplaarzen
verkleinwoord klomplaarsje klomplaarsjes

Zelfstandig naamwoord

de klomplaarsv / m

  1. (schoeisel) een klomp voorzien van een sluitende leren beenbescherming
    • Verveners droegen bij het turfsteken vaak klomplaarzen. 

Gangbaarheid