Een klompenmakerij in actie in 1925

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klom·pen·ma·ke·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord klompenmakerij klompenmakerijen
verkleinwoord klompenmakerijtje klompenmakerijtjes

Zelfstandig naamwoord

de klompenmakerijv

  1. (bedrijf) het bedrijf en ambacht van het vervaardigen van klompen.
    • In de klompenmakerij wordt er uit hout een klomp gesneden. 

Gangbaarheid