bola
- bo·la
bola
Naar frequentie | 25491 |
---|
bola
- bo·la
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
bola
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bole
har bola
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bole
bola
- voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van bole
bola
- nominatief bepaald onzijdig meervoud van bol
- bo·la
bola
- onbepaalde wijs, tweede vorm naast bole, zie aldaar
bola
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bola
har bola
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bola
bola
- voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van bola
bola
- tegenwoordige tijd gebiedende wijs van bola
bola
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bole
har bola
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bole
bola
- voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van bole
bola
- tegenwoordige tijd gebiedende wijs van bole
bola
- nominatief bepaald onzijdig meervoud van bol
bola v
bola
bola