meesterkok
Niet te verwarren met: meester-kok, Meesterkok |
- Geluid: meesterkok (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmestərˌkɔk / (3 lettergrepen)
- mees·ter·kok
- samenstelling van meester zn en kok zn , geschreven zonder koppelteken omdat "meester" alleen als versterking van "kok" bedoeld is, niet als voorbepaling bij de functie "kok" zoals bedoeld in spellingregel 6.I
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meesterkok | meesterkoks |
verkleinwoord | meesterkokje | meesterkokjes |
de meesterkok m
- (persoon) persoon die erg goed kan koken
- Haar man werd na zijn pensioen een meesterkok.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord meesterkok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.