druif
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- druif
Woordherkomst en -opbouw
- erfwoord via Middelnederlands druve ‘druiventros’ van Oudnederlands thruvo, in de betekenis van ‘druiventros’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1100; de betekenis ‘vrucht van de wijnstok’ verdrong Middelnederlands wijnbere (zie wijnbes)
Dit woord heeft zich ontwikkeld uit West-Germaans *þrūban- ‘tros, klomp, massa’, misschien verwant met Hittitisch tarupp- ‘verzamelen’; cognaat met Nedersaksisch Druuv "druiventros", Duits Traube "druif, druiventros" en Fries drúf "druif" [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | druif | druiven |
verkleinwoord | druifje | druifjes |
Zelfstandig naamwoord
- (bloemplanten) bepaalde plantensoort Vitis vinifera
- (fruit) besvrucht van de wijnstok Vitis vinifera waar wijn van gemaakt kan worden (wikidata: druif )
- (pejoratief), (informeel) suf, dom, warrig persoon
- Tsjonge, wat ben jij een druif zeg!
Synoniemen
- [1] wijnstok
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- De druiven zijn zuur/hangen te hoog
Van iets dat men niet kan krijgen, zeggen dat men het ook niet wil hebben (om te verdoezelen dat men in werkelijkheid onmachtig is om het te krijgen)[4]
- Wie in een boomgaard werkt, mag er van de druiven eten
Extra voordeel halen uit werk
Vertalingen
2. vrucht van de wijnstok
Gangbaarheid
- Het woord druif staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "druif" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] druif in het Nederlands Soortenregister N
- [1] druif op Wikidata
Verwijzingen
- ↑ druif op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "druif" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Kroonen, Guus, Etymological Dictionary of Proto-Germanic, Leiden: Brill, 2013; blz. 548
- ↑ Deze uitdrukking is te herleiden tot het verhaal "De vos en de druiven" (uit de )
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | druif | druiwe |
Zelfstandig naamwoord
Papiaments
Woordherkomst en -opbouw
- Van het Nederlandse druif.
enkelvoud of impliciet meervoud |
expliciet meervoud |
---|---|
druif | druifnan |
Zelfstandig naamwoord
druif
Schrijfwijzen
- Schrijfwijze op Bonaire en Curaçao: drùif.