wijnbes
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wijn·bes
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wijn zn en bes zn ; naast Middelnederlands wijnbēre ‘druif’, waaruit gewestelijk wijnbeer en Limburgs wiemer, beide ‘aalbes’. Evenals Duits Weinbeere ‘(vero.) druif; (dial.) rozijn’, Zweeds vinbär ‘aalbes’ en IJslands vínber ‘druif’. [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wijnbes | wijnbessen |
verkleinwoord | wijnbesje | wijnbesjes |
Zelfstandig naamwoord
- (fruit) Rubus phoenicolasius soort struik met vruchten die veel op bramen lijken
- De bewoners kijken met bewondering hoe de stevige poldervrouw die ze niet of nauwelijks kennen, onvermoeibaar in de weer is. Ze plant er allerhande struiken zoals wijnbessen en wilde (on)kruiden. „Zelfs bij droog weer brengt ze water om te zorgen dat haar aanplant niet verdroogt”, zegt een ouder echtpaar.[2]
- Mispels horen tot de grote rozenfamilie Rosacea, die over de hele wereld zo'n drieduizend vijfhonderd soorten telt. Ook appelen, peer, pruim, kers, abrikoos, perzik, aardbei en framboos zijn lid van dezelfde familie. Het zijn allemaal vruchten met een economische betekenis. De mispel behoort net zoals de kweepeer, de Japanse wijnbes, de loganbes en de succesvollere rozenbottel tot de ‘verarmde’ tak van de familie, waarvoor de belangstelling maar gering is.[3]
Vertalingen
1. Japanse wijnbes
Gangbaarheid
- Het woord 'wijnbes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wijnbes" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Telegraaf R. Steenhorst 15 januari 2018 Ze bestaan nog
- ↑ De Standaard 12 november 2005 Zo rijp als een mispel
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be