arbeider
- ar·bei·der
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arbeider | arbeiders |
verkleinwoord | arbeidertje | arbeidertjes |
de arbeider m
- (beroep) iemand die voor een loon handmatige arbeid verricht
- Voor ongeschoolde arbeiders is er tegenwoordig weinig werk te vinden.
- ▸ Het Grand Hotel was al in 1893 klaar, het sanatorium tien jaar later, aan de zuidkant van de spoorweg werden grote villa's gebouwd, de huizen van de arbeiders kwamen aan de noordkant.[2]
- ▸ Als hij dit aangename gevoel van kou, duisternis en hard werken zou moeten proberen uit te leggen, kon hij het alleen maar beschrijven als een soort pelgrimsreis terug naar de oorsprong, alsof hij zijn lichaam en ziel reinigde door te leven als een normale arbeider.[3]
- mannelijke vorm van arbeidster
1. iemand die voor een loon handmatige arbeid levert
- Het woord arbeider staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "arbeider" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ arbeider op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- ar·bei·der
Naar frequentie | 1391 |
---|
arbeider
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van arbeide
arbeider
- nominatief onbepaald onzijdig meervoud van arbeid
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | arbeider | arbeideren | arbeidere | arbeiderne |
genitief | arbeiders | arbeiderens | arbeideres | arbeidernes |
arbeider
- [1]: funksjonær zn
- [1]: arbeiderklasse
- [1]: arbeideroppstand
|
- ar·bei·der
arbeider
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van arbeida
arbeider
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van arbeide