Nederlands

 
[2] armoedige levensomstandigheden van een contractarbeider
Uitspraak
Woordafbreking
  • con·tract·ar·bei·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord contractarbeider contractarbeiders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de contractarbeiderm

  1. (economie) iemand die met een tijdelijk arbeidscontract ergens werkt
  2. (economie) onvrije werknemer in de koloniale tijd
     De Javaan Iding Soemita, die als contractarbeider naar Suriname kwam, richtte op 28 november 1949 de Kaum Tani Persatuan Indonesia (KTPI) op. Deze naam veranderde later in Kerukanan Tulodo Pranatan Inggil.[2]
     Kathleen Ferrier speelt een Hindoestaanse contractarbeider. In de voorstelling vertelt zij hoe hard zij moet werken om geld voor haar gezin te verdienen. Haar man heeft zijn handen verloren toen zij bij het oogsten van suiker in een machine kwamen.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “KTPI: Kerukanan Tulodo Pranatan Inggil” (26-03-2010), NOS
  3.   Weblink bron “Cohen en Ferrier in toneelstuk” (12-06-2012), NOS