handarbeider
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: handarbeider (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhɑntɑrbɛidər / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈɦɑnt.ɑr.bɛɪ̯.dər/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈɦɑnt.ɑr.bɛː.dər/
Woordafbreking
- hand·ar·bei·der
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van handarbeid en met het achtervoegsel -er of samenstelling van hand zn en arbeider
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handarbeider | handarbeiders |
verkleinwoord | handarbeidertje | handarbeidertjes |
Zelfstandig naamwoord
de handarbeider m
- iemand die manueel werk uitvoert
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord handarbeider staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.