werker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wer·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | werker | werkers |
verkleinwoord | werkertje | werkertjes |
Zelfstandig naamwoord
- iemand die werkt
- iets om op of mee te werken bijv. een hoogtewerker
Synoniemen
Hyponiemen
|
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord werker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "werker" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be