stucwerker
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stucwerker (hulp, bestand)
Woordafbreking
- stuc·wer·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stuc en werker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stucwerker | stucwerkers |
verkleinwoord | stucwerkertje | stucwerkertjes |
Zelfstandig naamwoord
de stucwerker m
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord stucwerker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.