bruinwerker
- Geluid: bruinwerker (hulp, bestand)
- bruin·wer·ker
- samenstelling van bruin en werker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bruinwerker | bruinwerkers |
verkleinwoord | bruinwerkertje | bruinwerkertjes |
de bruinwerker m
- (scheldwoord) een flikker.
- Het woord 'bruinwerker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.