Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • grond·wer·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grondwerker grondwerkers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de grondwerkerm

  1. (beroep) arbeider die eenvoudige handmatige graaf- en grondwerkzaamheden verricht

Meer informatie

Gangbaarheid