havenwerker
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: havenwerker (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ha·ven·wer·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van haven en werker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | havenwerker | havenwerkers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de havenwerker m
Vertalingen
1. havenarbeider, dokwerker, bootwerker
Gangbaarheid
- Het woord havenwerker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "havenwerker" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be