• dok·wer·ker
enkelvoud meervoud
naamwoord dokwerker dokwerkers
verkleinwoord - -

de dokwerkerm

  1. (beroep) (scheepvaart) iemand die in de havens werkt
     In eenige graafschappen van Ierland is de kool tot op zekere hoogte aanwezig; doch de produktie is ook zeer gering. De meest belangrijke bron van de Britsche welvaart, de vader en steun der geheele fabrieksnijverheid, ontbreekt dus in Ierland. Liverpool is het verblijf van den zeeman en dokwerker.[1]
  1.   Weblink bron
    J. Coronel
    De arbeid en de arbeiders in: Vaderlandsche Letteroefeningen   (1867), L.E. Bosch en zoon, Utrecht, p. 819 op dbnl.org