havenarbeider
- Geluid: havenarbeider (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɦaːvən.ˌɑrbɛidər /
- ha·ven·ar·bei·der
- Leenvertaling van Duits Hafenarbeiter, aangetroffen in de 2e helft van 19e eeuw, zie voor een vindplaats hieronder.
- samenstelling van haven en arbeider
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | havenarbeider | havenarbeiders |
verkleinwoord | havenarbeidertje | havenarbeidertjes |
- (beroep) arbeider die in een haven werkt
- ▸ De fiscaal vraagt: „waarom keerde Don Claudio uit het hol van Monjuich niet tot zijne ouders terug? Waarom berigt de haven-arbeider Tomas den vader niet, dat zijn zoon bij hem was ? Hoe kwam deze arbeider er toe, hem een pas te verschaffen?"[2]
1. arbeider die in een haven werkt
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord havenarbeider staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Een Ingewikkeld Proces in: Dagblad van Zuidholland en 's Gravenhage (25-12-1862), P.E. van Staden en Zoon, 's-Gravenhage, p. 6 op Delpher.nl