stukwerker
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stukwerker (hulp, bestand)
Woordafbreking
- stuk·wer·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stuk en werker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stukwerker | stukwerkers |
verkleinwoord | stukwerkertje | stukwerkertjes |
Zelfstandig naamwoord
de stukwerker m
- iemand die zijn werk per stuk aflevert en die als zodanig betaald wordt
Gangbaarheid
- Het woord stukwerker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.