overwegende dat de emancipatie van de arbeidersklasse het werk van de arbeidersklasse zelf moet zijn
  • ar·bei·ders·klas·se
enkelvoud meervoud
naamwoord arbeidersklasse arbeidersklassen
verkleinwoord

de arbeidersklassev

  1. de groep mensen die uitsluitend van haar arbeid leeft
    • ‘Nee tegen het fascisme en de eenmansdictatuur’ is de leus achter het podium, in het Nederlands, Turks en Koerdisch. Serda Nehirci van de Nieuwe Democratische Jongeren keert zich in haar toespraak tegen „de onderdrukking van de volkeren, de arbeidersklasse, de geloofsgroepen, de vrouwen, lgbti’s”. Bang voor de gevolgen van haar stellingname is ze niet, zegt ze na afloop. „Er is onrechtvaardigheid. Kun je dan met een gerust hart naar bed als je daar niets aan doet?” Bij haar volgende bezoek aan Turkije zal ze weer iets langer worden ondervraagd, verwacht Nehirci.[2] 
     Ze waren allebei linksradicalen geweest in hun jeugd in Duitsland, Christa had zelfs jarenlang seksuele voorlichting gegeven aan de arbeidersklasse in Berlijn, ze had bovendien meerdere abortussen gehad in die jaren.[3]
     Als gevolg hiervan was het een zinloos project, dat rond deze tijd grote delen van buitenparlementair links in West-Europa kenmerkte, om te proberen deze tot zwijgen gebrachte arbeidersklasse te mobiliseren tot een socialistische revolutie.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC 2 april 2017
  3. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142
  4. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645149