gastarbeider
- Geluid: gastarbeider (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣɑstɑrbɛidər / (4 lettergrepen)
- gast·ar·bei·der
- leenvertaling van Duits Gastarbeiter, samenstelling van gast zn en arbeider zn [1][2]
- [1] in de betekenis van ‘uit het buitenland aangeworven werknemer’ voor het eerst aangetroffen in 1961 (zie vindplaats hieronder)
- [2] eufemisme voor (Nederlandse) dwangarbeider in Nazi-Duitsland, voor het eerst aangetroffen in 1944 (zie vindplaats hieronder)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gastarbeider | gastarbeiders |
verkleinwoord | gastarbeidertje | gastarbeidertjes |
de gastarbeider m
- (beroep) iemand die tijdelijk naar een ander land komt om daar arbeid te verrichten
- ▸ Dit zijn de woorden van de 27-jarige Spaanse gastarbeider José Luis Lorenzo. In Hattingen werkt hij als lorry-bestuurdcr in een fabriek van machines in Sprockhövel by Hattingen in het Roergebied.[3]
- De vader van Ahmed Marcouch werkte als gastarbeider in Nederland.
- ▸ Dit zijn de woorden van de 27-jarige Spaanse gastarbeider José Luis Lorenzo. In Hattingen werkt hij als lorry-bestuurdcr in een fabriek van machines in Sprockhövel by Hattingen in het Roergebied.[3]
- (eufemisme) dwangarbeider, die in arbeidskampen in Nazi-Duitsland tewerk werd gesteld.
- ▸ Weliswaar had men reeds een groot aantal vreemde werkkrachten in dienst, doch dat waren in hoofdzaak krijgsgevangenen en Polen, die niet met den West-Europeeschen arbeider werden gelijkgesteld. Bij den werker uit het Westen ging men van het standpunt uit, dat hij gast-arbeider was. Iemand dus, die werd uitgenoodigd en vrijwillig kwam. Daarom wilde men hem de grootst mogelijke vrijheid verleenen.[4]
1. iemand die tijdeljk naar een ander land komt om daar arbeid te verrichten
- Het woord gastarbeider staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gastarbeider" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ gastarbeider op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “De stierevechter wil niet meer” (22-12-1961), De Telegraaf, Amsterdam
- ↑ Weblink bron “Onze Hollanders in Duitschland: Duitsche arbeidskampen stroomden vol” (20-06-1944), Algemeen Handelsblad, Amsterdam
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be