Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·bei·ders·stad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord arbeidersstad arbeiderssteden
verkleinwoord arbeidersstadje arbeidersstadjes

Zelfstandig naamwoord

de arbeidersstadv / m

  1. een stad waar veel arbeiders werken, een stad met relatief veel laaggeschoold personeel en fabrieken

Gangbaarheid