• ar·bei·ders·par·tij
enkelvoud meervoud
naamwoord arbeiderspartij arbeiderspartijen
verkleinwoord - -

de arbeiderspartijv

  1. (politiek) organisatie van of voor mensen die in dienst van anderen moeten werken, met het doel hun lot te verbeteren door de staat te beïnvloeden, vooral door deelname aan verkiezingen
    • Progressieve kiezers maken zich druk om LHBT-rechten en genderkwesties die de meeste arbeiders koud laten. Een linkse arbeiderspartij wordt zo een contradictio in terminis. [2]
  • Het idee van een arbeiderspartij speelt een belangrijke rol in de socialistische en communistische traditie. In die stromingen was het oorspronkelijk niet vanzelfsprekend dat een arbeiderspartij mee moest doen aan een democratie binnen een kapitalistische samenleving. Het woord wordt vaak gebruikt in de naam van politieke partijen uit die stromingen, maar ook wel door partijen met een heel andere overtuigingen.