wee
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wee
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘smart, tussenwerpsel ter uitdrukking van smart’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wee | weeën |
verkleinwoord | weetje | weetjes |
Zelfstandig naamwoord
- (medisch) pijnlijke samentrekking die het barensproces inleidt.
- De weeën zijn al begonnen.
- jammerklacht, smart, verdriet
- Dat ging met veel ach en wee gepaard.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. samentrekking bij geboorte
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | wee | weeër | weest |
verbogen | weeë | weeëre | weeste |
partitief | wees | weeërs | - |
Bijvoeglijk naamwoord
wee
- onaangenaam misselijk makend.
- Er ging een weeë geur in het gebouw.
Afgeleide begrippen
Tussenwerpsel
wee!
- kondigt rampspoed aan.
- Wee je gebeente als je dat durft!
Vertalingen
1. kondigt rampspoed aan
Gangbaarheid
- Het woord wee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wee" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "wee" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ wee op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Middelengels
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
wee
Schrijfwijzen
Middelnederlands
Woordherkomst en -opbouw
Tussenwerpsel
wee
Schrijfwijzen
Overerving en ontlening
Bijvoeglijk naamwoord
wee
Schrijfwijzen
Overerving en ontlening
Zelfstandig naamwoord
wee v
Schrijfwijzen
Overerving en ontlening
Verwijzingen
- Vroegmiddelnederlands woordenboek - Instituut voor de Nederlandse taal
- Middelnederlands woordenboek - Instituut voor de Nederlandse taal
Schots
Uitspraak
- IPA: /wiː/
Woordafbreking
- wee
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
wee
Yola
Woordherkomst en -opbouw
Voorzetsel
wee
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Persoonlijk voornaamwoord
wee
- wij, we; 1e persoon meervoud nominatief