• wee·dom
enkelvoud meervoud
naamwoord weedom
verkleinwoord

de weedomm

  1. onprettige, pijnlijke bedroevende zaak
     Reve laat het wereldlijk weedom voortaan aan ons, en dat is niet fijn.[2]
17 % van de Nederlanders;
26 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Op de weg naar het einde” (21 november 2003), de Volkskrant
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be