[1] uien
[2] bolvormige bekroning
  • ui
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘bolgewas’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1488 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord ui uien
verkleinwoord uitje uitjes

de uim

  1. (plantkunde) (voeding) Allium cepa  , een eetbaar bolgewas
    • Uien kan men ook in hun geheel verwerken: gevulde uien zijn een lekker warm voorgerecht of passen bij gebraden vlees. 
  2. (bouwkunde) een spits toelopende, bolvormige bekroning van een toren
  • Uien tappen
Moppen vertellen
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]


enkelvoud meervoud
naamwoord ui uie

ui

  1. ui


ui

  1. oei (bij een naar gevoel)