lente-ui
- len·te-ui
- samenstelling van lente en ui
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lente-ui | lente-uien |
verkleinwoord | lente-uitje | lente-uitjes |
de lente-ui m
- (voeding) een jonge nog onvolgroeide geboste ui met blad
- Spijtig genoeg delft de winterwortel qua smaak het onderspit tegen de lente-ui. Ach, op zich geen verkeerd soepje, maar spannend is het niet.[1]
- Giet de kokosmelk in de blender samen met de tomaten, de look, de lente-ui, de tomatenpuree, het limoensap, de gember, het kerriepoeder, het zout, de ahornsiroop en wat cayennepeper. [2]
- Het woord lente-ui staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lente-ui" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tubantia 10-01-2017
- ↑ De Standaard 01/04/2017 flb
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be