1. Een Duitse uientaart.
  • ui·en·taart
enkelvoud meervoud
naamwoord uientaart uientaarten
verkleinwoord uientaartje uientaartjes

de uientaartv / m

  1. (kookkunst) hartig gebak waarin ajuinen, de bollen van Allium cepa  , zijn verwerkt
     Keer de vorm heel voorzichtig om op een groot bord en klop de uientaart uit de vorm.[1]
  1.   Weblink bron
    Stéphanie Versteeg
    “Uientaart” (10 oktober 2013) op nrc.nl