Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ui·en·taart·je
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het uientaartjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord uientaart
     Het uientaartje (een variant van een in Twente genoteerd recept) kwam dampend heet, zo uit de oven, op tafel.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Adriaen Woutersz
    Ui, goed voor u in: Het Parool  , jrg. 40 nr. 11001 (26 november 1980), p. 23 kol. 4