• zwaar
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen zwaar zwaarder zwaarst
verbogen zware zwaardere zwaarste
partitief zwaars zwaarders -

zwaar

  1. van groot gewicht
     Terwijl ik goedkeurend met mijn vinger langs de vergulde lambrisering streek, de dikte voelde van de stof van de zware, oker overgordijnen en de stoel wegschoof om de openslaande deuren te openen naar het terras, dat uitzicht bood op de rozentuin, of wat daarvan over was, en de vijver met de defecte fontein, bedacht ik dat ik nog tijd genoeg zou hebben om deze kamer en detail te beschrijven.[3]
     Mijn 18 kilo zware rugzak, bepakt met voedsel en water, voelde als lood op mijn rug.[4]
  2. van een hoge moeilijkheidsgraad
    • evolutie vindt plaats als de dieren het zwaar hebben 
     Uw witte schimmel is zwaar ziek, het zal zeker zes weken duren voordat hij weer beter is. En het is het enige paard dat over de daken kan rijden!'[5]
     De tweede dag was alles nog zwaarder dan de eerste dag.[4]
     De bergpaden waren een stuk steiler dan voorheen, maar toch was dat niet het zwaarst.[4]
  3. heftig, hevig, impactvol
     De hele dag was het vriendelijk en rustig weer geweest, maar nu kwam er vanaf de andere kant van de berg een zwaar onweer op me af dat om de paar seconden fel oplichtte.[4]
  4. (taalkunde) (v.e.  accent zn  [1]) duidelijk hoorbaar
    • Hij sprak met een zwaar accent. 
  • zwaarder wegen
belangrijker zijn
 Nick Bos, vicevoorzitter van het college van bestuur van de UM, vertelde destijds dat de universiteit voor een duivels dilemma stond. Aan de ene kant voelde het volgens hem moreel niet goed om als onderwijsinstelling, die door de overheid gefinancierd wordt, cybercriminelen te betalen. Maar de belangen van studenten, medewerkers en onderzoekers van de UM wogen zwaarder. De universiteit besloot daarom het bedrag aan de hackers te betalen.[6]

zwaar

  1. in hoge/verregaande mate,  erg bw ,  heel bw ,  zeer bw 
    • Dat valt zwaar tegen. 
    • Het gebouw raakte zwaar beschadigd bij de aanval. 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[7]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. "zwaar" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  3. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers  , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 18
  4. 4,0 4,1 4,2 4,3
    Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  5. “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat  , p. 11
  6.   Weblink bron “Universiteit Maastricht krijgt losgeld dat in 2019 na hack betaald werd terug” (02 juli 2022), NU.nl
  7.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be