• hea·vy
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘zwaarwichtig’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1]
  • van Engels heavy [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen heavy heavyer heavyst
verbogen - - heavyste
partitief heavy's heavyers -

heavy

  1. ernstige gevolgen hebbend of sterke emoties oproepend (kan soms negatief, soms juist positief bedoeld zijn)
    • Ik wist meteen, dit is heavy nieuws, ook in de context van de hele veiligheidsdiscussie. [3]
  2. (muziek) (rock) hard gespeeld en door versterking vervormd
    • ‘Deep Blue’ en ‘Taillight’ sturen de beproefde formule van traditionele, door heavy gitaarriffs voortgedreven blues- en stonerrock in een lichtvoetiger poprichting. [4]
88 % van de Nederlanders;
78 % van de Vlamingen.[5]


stellend vergrotend overtreffend
heavy heavier heaviest

heavy

  1.  zwaar bn 
  2. (van emotie e.d.) heavy [1]
  3. (muziek) heavy [2]