• zwaar·ge·wicht
enkelvoud meervoud
naamwoord zwaargewicht zwaargewichten
verkleinwoord zwaargewichtje zwaargewichtjes

het zwaargewichto

  1. een belangrijk persoon; persoon met uitzonderlijke kwaliteiten
    • Voor de oplossing van de problemen in het ziekenhuis werden een aantal zwaargewichten ingehuurd. 
  2. een bokser die meer dan 86,16 kg weegt
    • Mohammed Ali was een bokser die bokste in de zwaargewicht klasse 
     Het ging er niet om dat ze de gestolen hefbrug niet wilden teruggeven; ze wilden laten zien wat voor zwaargewichten ze waren.[1]


100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026334672
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be