erg
- erg
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | erg | erger | ergst allerergst |
verbogen | erge | ergere | ergste allerergste |
partitief | ergs | ergers | - |
- In de betekenis van ‘slecht’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1]
- van Middelnederlands arch, erch [2][3]
erg
- verschrikkelijk, deerniswekkend, hevig, bar, heftig
- Katrina was de ergste ramp die New Orleans tot dusver overkomen is.
- Wat is het toch erg dat ze kanker heeft.
- ▸ Elke dag het ergste vuil eraf poetsen met een natte bandana of een plons in een rivier zijn meer dan voldoende om jezelf schoon te houden.[4]
erg
- in hoge mate, danig, zeer, heel
- Dit is een erg moeilijke zaak.
- ▸ Zelf moest ik ook erg nodig naar de wc, maar ik durfde na dit verhaal absoluut niet meer naar buiten.[4]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | erg | |
verkleinwoord |
het erg o
- het zich bewust zijn van iets; alleen voorkomend in de vaste uitdrukking geen erg hebben in
- Ik heb daar geen erg in gehad.
- iets heel verschrikkelijks
- ▸ Het allerergste van al die meelopers van Engeland en Sovjet-Rusland was dat ze totaal geen idee hadden van de gevaarlijke consequenties als Duitsland zou verliezen.[5]
- Het woord erg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "erg" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "erg" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ erg op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ 4,0 4,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be