• ver·schrik·ke·lijk
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen verschrikkelijk verschrikkelijker verschrikkelijkst
verbogen verschrikkelijke verschrikkelijkere verschrikkelijkste
partitief verschrikkelijks verschrikkelijkers -

verschrikkelijk

  1. zo erg dat men er van schrikt
    • Er klonk een verschrikkelijke klap toen de bliksem vlakbij insloeg. 
    • De aanslagen raken hem ook persoonlijk heel diep. „Ik heb er vanochtend ook over gepreekt. Pasen is het feest van de opstanding, van de overwinning van het leven op de dood. Voor al die mensen die zijn omgekomen en hun families vind ik het verschrikkelijk wat er is gebeurd. [1] 
     Maar dat het pas later in het onderwijsprogramma kwam, wanneer de leerlingen beter in staat waren de inhoud van dit verschrikkelijke intermezzo in de geschiedenis van Europa in zich op te nemen.[2]
  2. enorm
    • Haar komische timing is waanzinnig, de kwetsbaarheid die ze eronder legt is zo mogelijk nog indrukwekkender. Haar koningin Anne is als de film zelf: verschrikkelijk grappig en oneindig tragisch. Wereldvreemd, en daarmee juist zo menselijk. [3] 

verschrikkelijk

  1. enorm
     Ik liep als het ware met een rasp in mijn achterste (chafing noemen ze dat in Amerika) wat verschrikkelijk veel pijn deed, het was alsof ik in brand stond.[4]
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]
  1. Tubantia Herman Haverkate 21-04-19 Twentse pastoor Marc Oortman leeft mee met zijn vrienden op Sri Lanka
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767
  3. de Volkskrant Floortje Smit 2 januari 2019 The Favourite is verschrikkelijk grappig en oneindig tragisch (vijf sterren)
  4. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be